|
|
|
|
terug naar archief |
|
|
|
|
verhaal
Na een meeslepende ouverture vinden we de Zeven Koninginnen van de
Week in dolce far niente bijeen; ze babbelen, kibbelen en slapen,
tot Taxis, de grote Euneuch, ze naar het bad stuurt. Diane is vol
spanning voor deze nacht, die ze met de Koning zal doorbrengen.
Aline la Blanche, koningsdochter, in afzondering opgevoed en streng
bewaakt door Dame Perchuque, is het alleen zijn beu. Ze is twintig
en nieuwsgierig. Na een balletvoorstelling ten paleize vlucht ze met
Mirabelle, een danseres in mannenkleren, op wie ze smoorverliefd wordt.
Algehele consternatie. De koning wil haar zoeken. Aangemoedigd door
zijn vertrouweling, de page Giglio, bestijgt hij tenslotte een ezel
en vertrekt (Ritournelle de la Mule). De vrouwen in vertwijfeling
achterlatend.
Eerste halteplaats: een model boerderij Le Coq d’Or. De pachter
is opgetogen over het hoge bezoek. De koning kijkt zijn ogen uit:
op het land was hij nog nooit! Helaas is er geen kamer vrij, want
die is ingenomen door een jong stel. Giglio heeft een vermoeden, kijkt
door het sleutelgat en gelooft zijn ogen niet. In een onvergetelijk
duet legt Mirabelle desgevraagd aan Aline uit wat een travestiet eigenlijk
is …. Giglio, die een oogje op Aline heeft, vermomt zich als
melkmeisje met de kleren van Thierrette en mengt zich als zodanig
met succes in het tête à tête.
De koning, opgewonden en aangenaam verrast door het landleven, verslikt
zich in zijn melk en bezingt – daaraan herinnerd – het
einde van zijn vader in “La Coupe de Thulé ” (persiflage
op Faust van Gounod). De aria eindigt met de onvertaalbare strophe
“et comme ca il s’en alla: du vin d’ici dans l’eau
dela (hiernamaals)”.
Diane is aangekomen ten einde de vorst aan zijn plicht te herinneren,
doch de koning is moe, heeft hoofdpijn en laat verstekl gaan. Inmiddels
is in het Tryphèmse harem een vreselijke opstand uitgebroken;
ontzet komt Taxis daarvan verslag doen. In allerijl wordt besloten
niet terug te gaan naar het paleis, maar de nacht door te brengen
in Hotel du Sein Blanc(!), alwaar voor de koning een appartement in
gereedheid wordt gebracht.
In een maalstroom van pikante verwisselingen en Feydeau-achtige verwikkelingen
voltrekt zich de ontknoping- tenslotte- als een zucht van verlichting.
De koning komt tot het besef, dat het voor een polygaam monarch onbeleefd
is in bed niet wakker te kunnen blijven. In een ontroerende monoloog
(stijl Jeanne d’Arc) neemt hij afscheid van zijn volk en van
hen die hem lief zijn. Hij drukt hen nogmaals op het hart te leven
en te laten leven, zonder daar anderen mee te hinderen en overal en
altijd de liefde te bedrijven. Hij staat Aline toe met Giglio te trouwen,
emancipeert zijn vrouwen en…. valt in slaap. Motto:” eigenlijk
zijn droom en werkelijkheid niet van elkaar te onderscheiden”.
N.B. Het is ondoenlijk om zonder de muzikale “nummers”
en de elegante in rijm gevatte dialogen (soms iets te lang) de zin
– en toespelingen die dit stuk zijn ongewone en verrassende
charme verlenen, adequaat weer te geven.
^
boven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
team |
muzikale
leiding Ed
Spanjaard / Robbert
van Steijn
regie Elsina
Jansen
choreografie / dramaturgie Daniel Estève
decor Jos Groenier
kostuums Martina Fehmer
licht Alex Brok
orkest Nieuw
Ensemble |
|
|
cast |
Le
Roi Pausole Mattijs
van de Woerd, Marc
Pantus - bariton
Taxis, Grote Euneuch Ambroz
Bajec Lapajne - tenor
Aline la Blanche, zijn dochter Simone Riksman
- sopraan
Giglio, page van de koning Fabio
Trümpy - tenor
Mirabelle, balletdanseres Rea Kost-Fueter -
mezzosopraan
Le Métayer,de pachter Niklaus Kost -
bariton
Diane la Houppe, Koningin van "deze" nacht
Francis
van Broekhuizen - sopraan
Dame Perchuque, chapperonne v. Aline Adelaïde
Rouyer - mezzosopraan
Thierrette, het melkmeisje Marijje
van Stralen - sopraan
Koninginnen Wendy
Roobol, Anne Christine Wemekamp, Murni
Suwetja,
Martha Bosch, Olga
Zinovieva, Suzanne Lena
|
|
|
|
|
|
|
speellijst
Nederlandse
première op 9 oktober 2008, Stadsschouwburg Haarlem
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
foto's
©
Jurjen Stekelenburg
|
|
|
|
|
|
|
|
|
 |
|
|
 |
|
|
 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
pers
IJmuider
Courant, Winand van de Kamp
"Opera
Trionfo brengt charmante voorstelling van vergeten meesterwerk"
NRC
Handelsblad, Mischa Spel
"Porno-operette
is swingend actueel"
"Instrumentaties van jaloersmakende inventiviteit en humor
smeden alles aan elkaar en worden door het Nieuw Ensemble, onder
leiding van Ed Spanjaard, wellustig en virtuoos uitgespeeld."
lees
de hele recensie
De
Volkskrant, Frits van der Waa
"Ten onrechte vergeten kleinood met spitse en stijlvolle grappen"
"Opera Trionfo en het Nieuw Ensemble hebben de operette onder
het stof vandaan gehaald en er een in alle opzichten geslaagde voorstelling
van gemaakt."
lees
de hele recensie
Trouw,
Peter van der Lint
"De geestige en goede muziek van Honegger, waarin hij lekker
rondstrooit met hitgenres uit zijn tijd, zijn een kolfje naar de
hand van dirigent Ed Spanjaard."
lees
de hele recensie
Financiele Dagblad, Willem Jan Keizer
"Koning
Pausole en de vrije liefde"
Odeon, Zwolle
"Honegger
met een vette knipoog"
klassik.com
"Die
Abenteuer des Königs Paulsole: sexy und jung"
persbericht
^
boven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
achtergrond
Wie had ooit gedacht dat Arthur Honegger, de strenge protestante componist
van oratoria, zoals Le Roi David en Jeanne d’Arc, de eerste
symfonie en het celloconcert, een van de meest gewaagde en omstreden
lyrische werken van de twintigste eeuw zou schrijven? Door de wereld
te verrassen met een authentieke operette in onvervalste vaudeville
stijl, blijkt opnieuw zijn meesterschap en veelzijdige creativiteit
en bovenal zijn voorliefde voor de meest uiteenlopende stijlen en
genres. Volgens hem was dan ook een goede operette beter dan een slechte
opera. De Roi Pausole werd een eclantant succes. Door de wereld te
verrassen met een authentieke operette in onvervalste vaudeville stijl,
blijkt opnieuw zijn meesterschap en veelzijdige creativiteit en bovenal
zijn voorliefde voor de meest uiteenlopende stijlen en genres. Volgens
hem was dan ook een goede operette beter dan een slechte opera. De
Roi Pausole werd een eclantant succes.
Na het succes van de Roi Pausole, die na de première meteen
nog 500 voorstellingen beleefde, volgden nog twee operettes van zijn
hand, waarvan één samen met zijn vriend Jacques Ibert.
Met onmiskenbaar
veel plezier, toewijding en enthousiasme moet hij met de beroemde
librettist Albert Willemetz gewerkt hebben aan de lotgevallen van
de ambigue koning die, met zijn 365 vrouwen (voor elke nacht van het
jaar één) zijn ‘scepter’ zwaaide over zijn
losbandig koninkrijk Tryphème. Hoewel in typische operettestijl
(muziek afgewisseld door gesproken tekst) overstijgt deze compositie-
zowel muzikaal als literair- het genre in elk opzicht. Een partituur
vol verrassingen: een geniale orkestratie voor klein orkest, een vleugje
vaudeville, een tikje Dixieland, een onvervalste Spaans paso doble,
‘schlagerachtige’ chansons, klassiek belcanto en met hier
en daar een vrolijke wenk naar eigen werk. Maar over en door alles
klinkt zijn verbondenheid met de Groupe des Six!
Het libretto van Albert Willemetz berust op een erotische roman uit
1900 van de toenmalige beroemde Belgische schrijver Pierre Louÿs,
een vriend van Debussy en tekstdichter van zijn Chanson de Bilitis.
Willemetz schreef de helaas iets te uitvoerige maar prachtige franse
dialogen in dichtvorm: sprankelend, gewaagd, dubbelzinnig, alles duidend
maar niets met name noemend. Maar daardoor moeilijk te vertalen; een
enorme uitdaging dus voor de regisseur om ondanks de taalbarrière
het publiek bij deze verrukkelijke losse zedenschets te betrekken.
^
boven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
fondsen
 |
|
|
|
|
Vrienden van Trionfo
Stichting Mundo Crastino Meliori
Het Haarlems Muziekfonds
de Kattendijke/Drucker Stichting
de J.C. Ruigrok Stichting
Stichting Trionfo Musketiers
Musica Intermedia
|
|
^
boven |
|
|
|
|