|
|
|
|
'Les
Aventures du Roi Pausole' © Jurjen Stekelenburg |
|
|
|
|
|
|
|
Reprise Owen Wingrave
Seizoen 2014-2015
“Gaat
dat zien! … Een parel in Brittens oeuvre. Een parel is ook de productie
van Opera Trionfo … Het Nieuw Ensemble verdedigde de partituur onder
leiding van Ed Spanjaard met vuur en zwaard … Naar de strot grijpende
beelden … De bewegings- en personenregie is zo goed doordacht, dat je er
bij tijd en wijlen kippenvel van krijgt … alle acht zangers zijn hier
helemaal op hun plek … geweldige nieuwkomer: Alistair Shelton-Smith.”
Peter van der Lint Trouw *****
“Een
indrukwekkende enscenering van regisseur Floris Visser … uiterst
geconcentreerde stijl …uitstekend gezongen … Ed Spanjaard leidt het
Nieuw Ensemble op intense wijze door de partituur van Britten.”
Kasper Jansen NRC ****
“Een juweel … Regisseur Floris Visser maakt er een op en top victoriaans drama van,
perfect gesneden, met psychologische diepgang en spannend tot de
laatste minuut … Ed Spanjaard leidde met gezag de Nederlandse première …
De zangers verstaan hun vak en leveren prachtig teamwerk … De
voorstelling werkt nog dagen na.”
Thiemo Wind De Telegraaf ****
“Een
psychologisch drama met veel lagen … De regisseur Floris Visser
suggereert en vult niet veel in. Dat werkt indrukwekkend goed … Een
opera die lang verborgen is gebleven maar zich kan meten met de beste
werken die Benjamin Britten heeft geschreven … Meesterlijke vondst.”
Biëlla Luttmer De Volkskrant ****
“Een indrukwekkende productie.”
Mischa Spel NRC
“Onder de bezielende leiding van Ed Spanjaard geven de leden van het Nieuw Ensemble Brittens muziek warmte en kleur.”
Winand van der Kamp Haarlems Dagblad |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
La pietra del paragone
Seizoen 2011-2012
“uiterst genietbare Rossini … er wordt uitstekend gezongen én geacteerd in een keur aan heer-lijke belcantonummers (NRC).”
“De regie van Laurence Dale en de goed acterende jonge zangers maken de voorstelling leuk, luchtig en verhelderend laconiek … De zangers en debuterende dirigent Ivo Meinen hebben de muzikale toetssteen doorstaan. Meinen weet het kamerorkest van Opera Trionfo vakkundig op te stoken en te temperen (de Volkskrant ****).”
^
boven |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Skupoy (de vrek)
Zomerproductie 2011
“Opera als een glas prosecco … Alle rollen zijn uitstekend gecast, er wordt aardig geacteerd en prima gezongen en Marcel Beekmans schittert in de hoofdrol (Het Parool).”
^
boven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Mirandolina
Seizoen 2010-2011
“Uit de bak van de Haarlemse Schouwburg stijgen zonnige klanken op. In welke milieus Martinu z’n noten ook bijeen scharrelde (jazz, circus, barok, Mozart. Stravinsky of danslokaal) dirigent Ed Spanjaard krijgt hij niet van zijn apropos (de Volkskrant ****).”
“Bart Visman en Anthony Fiumara hebben het stuk zo listig voor kamerorkest bewerkt dat je hun herinstrumentatie voor het origineel zou houden. Hulde voor dirigent Ed Spanjaard en de musici van het Nieuw Ensemble die al die noten uitstekend weten te laten sprankelen (Haarlems Dagblad).
^
boven |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De
Gelaarsde Kat
Seizoen 2009-2010
"Gelaarsde
Kat geeft aangename kopjes" Place
de L’Opera,
Jordi Kooiman
Den Haag 21 oktober 2009
De Gelaarsde Kat maakte gisteren (20/10) zijn opwachting in
Nederland. Voor het eerst. Merkwaardig dat het zo lang moest
duren, want het familieoperaatje is beslist de moeite waard.
Zeker in de handen van Opera Trionfo, dat met deze originele
productie wederom haar onderscheidend vermogen tentoonspreidt.
Ik
weet niet wat het is met Opera Trionfo, maar het kleine gezelschap
flikt het toch altijd maar weer om producties met een frisse,
vlotte en innemende uitstraling op het toneel te zetten. Zo
ook El Gato con Botas van Xavier Montsalvatge – een
hier volstrekt onbekend stuk dat gisteren in de Koninklijke
Schouwburg in Den Haag haar Nederlandse première beleefde.
De vijf solisten beschikten stuk voor stuk over geweldige
acteerkwaliteiten, waarmee ze op groteske en humoristische
wijze hun personages tot leven wekten. De molenaarszoon, de
koning, de tovenaar, de prinses en natuurlijk de kat: allemaal
hadden ze van meet af aan een eigen gezicht. De kat (Laila
Sbaiti) blonk uit met haar realistische ‘kattenmanieren’.
Heel leuk om te zien hoe ze als mens toch geloofwaardig dier
kon zijn. Een mannelijke nog wel. En Erik Slik mocht er als
molenaarszoon ook zijn. Hij had regelmatig de lachers op zijn
hand.
Veel
was wat dat betreft te danken aan de regie van Susanne Knapp.
De Duitse liet het bekende sprookje volop sprookje zijn, met
bonte kostuums, mooi illustrerende tekeningen op de achtergrond
(die de boventiteling vervingen) en veel grappige details
en special effects.
Haar luchtige, toegankelijke stijl maakte de productie bijzonder
kindvriendelijk. En kinderen waren er. Behoorlijk wat zelfs.
Niet dat ik wat tegen grijze operagenieters heb, maar als
je kinderen ziet rondhuppelen in de foyer, voelt een voorstelling
bij voorbaat al geslaagd aan.
Opera Trionfo bewijst weer een uniek operagezelschap te zijn.
Een beetje jammer was de akoestiek in de schouwburg. Zeker
in het begin van de voorstelling vielen veel stukken zang
weg, of waren de solisten slechts dunnetjes boven het toch
slechts twaalf man tellende ensemble te horen.
Maar
goed, dat lag volgens mij meer aan de zaal dan aan de kwaliteiten
van de solisten. Die hadden prima stemmen. Slik zong bijvoorbeeld
met prachtige tenor. Hoewel soms wat zacht, had hij een volle
klank, met veel bravoure.
Wiebe-Pier
Cnossen ging als niet al te intelligente koning heerlijk enthousiast
met zijn zware stem om en de lange Niklaus Kost was als tovenaar
alias monster geknipt voor zijn rol. Hij zong overdreven,
maar was daardoor juist sprekend. Sonja Volten was een prima
prinses, met een hoop koninklijke schoonheid in haar stem.
De hoofdrol van de kat werd keurig vertolkt door Sbaiti. Ik
vond haar in de laagte soms wat onvast, maar de rijkdom van
haar hoge noten trok dat weer helemaal recht. Bovendien plooide
ze haar originele, heel eigen stem geheel naar haar rol.
De
muziek van Montsalvatge was ook zeker de moeite waard. Het
Mondriaan Kwartet met uitbreiding speelde een arrangement
van Albert Guinovart (vriend van de componist). Dirigent Robbert
van Steijn noemde het een pracht van een arrangement en ik
kan daar alleen maar ja en amen op zeggen.
De opera ademde een geheel eigen klank, met veel leuke muzikale
effecten en originele melodieën. Echt ‘anders dan
anders’. Het werd ook stijlvol en kleurrijk uitgevoerd
door het ensemble.
Met
El Gato con Botas heeft Opera Trionfo wat mij betreft wederom
bewezen een uniek operagezelschap in Nederland te zijn. Het
is simpelweg leuk en aangenaam om een Trionfo-productie bij
te wonen. De originaliteit, de jeugdigheid, de frisheid, de
energie, de kwaliteit: alles noodzaakt je om met een glimlach
de schouwburg uit te lopen.
El
Gato con Botas wordt tot en met 30 december nog tien keer
opgevoerd in diverse theaters en schouwburgen in Nederland.
Zie voor meer informatie de website van Opera Trionfo.
^
boven |
|
|
|
|
|
|
Les
Aventures du Roi Pausole
seizoen 2008-2009
"Opera
Trionfo brengt charmante voorstelling van vergeten meesterwerk"
IJmuider Courant, Winand
van de Kamp
"Porno-operette
is swingend actueel"
"Instrumentaties van jaloersmakende inventiviteit en
humor smeden alles aan elkaar en worden door het Nieuw Ensemble,
onder leiding van Ed Spanjaard, wellustig en virtuoos uitgespeeld."
NRC Handelsblad, Mischa Spel
lees
de hele recensie
"Ten onrechte vergeten kleinood met spitse en stijlvolle
grappen"
"Opera Trionfo en het Nieuw Ensemble hebben de operette
onder het stof vandaan gehaald en er een in alle opzichten
geslaagde voorstelling van gemaakt."
De Volkskrant, Frits van der Waa
lees
de hele recensie
"De geestige en goede muziek van Honegger, waarin hij
lekker rondstrooit met hitgenres uit zijn tijd, zijn een kolfje
naar de hand van dirigent Ed Spanjaard."
Trouw, Peter van der Lint
lees
de hele recensie
"Koning
Pausole en de vrije liefde" Financiele
Dagblad, Willem Jan Keizer
"Honegger
met een vette knipoog" Odeon, Zwolle
"Die
Abenteuer des Königs Paulsole: sexy und jung"
klassik.com
persbericht
^
boven
|
|
|
|
|
|
|
La
Colombe
seizoen 2007-2008
"Gounod
is onsterfelijk én belachelijk gemaakt door de striptekenaar
Hergé, die hem opvoerde als lijfcomponist van Bianca
Castafiore (‘Hâââ, ’k Lach!...’),
maar de man had zelf ook het nodige komisch talent in huis.
Zoals de briesende violen die hij toepast in het haat-ariaatje
waarin de knecht Mazet de vrouwen beschimpt – of de
pompeuze lofzang van Maître Jean op de geneugten van
de kookkunst. Behalve door deze twee ondergeschikten wordt
La Colombe bevolkt door de berooide edelman Horace en de gravin
Sylvie, die er aanvankelijk alleen maar op uit is hem zijn
laatste bezit, de duif uit de titel van de opera, afhandig
te maken. De verwikkelingen geven aanleiding tot schitterende
duetten, terzetten en kwartetten, waarin Gounod vrijwel ononderbroken
zijn talent voor het smeden van smeuïge melodieën
aanwendt. Bij Opera Trionfo is de oorspronkelijke orkestbezetting
vervangen door een tienkoppig ensemble van strijkers en blazers,
dat de vier jonge zangers desondanks een kleurrijke ondersteuning
levert. Die zijn stuk voor stuk even charmant: tenor Jean-Léon
Klostermann als Horace en Wiebe Pier Cnossen, een bariton
met een timbre dat even mals is als het gebraad dat hij bezingt,
worden geflankeerd door mezzo Antje Lohse als de knecht Mazet,
die de baard nog niet in de keel heeft, en de ook in vocaal
opzicht kokette Marijje van Stralen (Sylvie). De muzikale
tierlantijntjes worden des te verrukkelijker dankzij de geestige
personenregie van Jan Bouws en twee multifunctionele kubussen,
die in een handomdraai kunnen veranderen in een bed, een eettafel
of een keuken met toebehoren. De duif zelf is een origamivogel.
Met zulke bescheiden middelen slaagt Opera Trionfo er andermaal
in toch een respectabel feestmaal op te dissen."
De
Volkskrant, Frits van
der Waa, 14 augustus 2007
"Wonderbaarlijke
duif 'trionfeert' in Bloemendaals Gemeentehuis" Haarlems
Dagblad, Rinus Groot
^
boven |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Viva
la Mamma
Seizoen 2004-2005
"De sopraan Natalja Yakovleva zingt de mooiste aria's
met glans, en zet pinnig acterend een prima donna neer die
zich niet laat kisten door haar belagers. Mamma Agata komt
als de dikke moeder van haar rivale een plaats opeisen voor
haar dochter Luigia, vilein en charmant vertolkt door de sopraan
Gonnie van Heugten. Met handtas, op hoge hakken, maakt de
bas Pieter Hendriks als Mamma Agata korte metten met bekendere
televisiecreaties van Paul Haenen en Paul de Leeuw. Eindelijk
een travestiet met knot die goed kan zingen en niet kwijlend
de lolbroek uithangt, maar stijlvol zijn tragische personage
trouw blijft tot zijn mascara doorloopt van het zweet. Bart
Visman voorzag Donizetti's muziek uit 1831 smaakvol van eigentijdse
accenten. Meer dan Donizetti zelf benutte hij instrumentale
effecten en trucs om het gebeuren op de planken te ondersteunen.
Vismans klinkende humor werkt niet alleen uitstekend, maar
voorziet deze soms wat overdadig van met grollen overladen
opera van luciditeit. Met Franse slag weet Visman lyriek te
paren aan goed getimede scheutjes azijn van bewust 'valse'
noten. De vervanging van Donizetti's bedje van violen onder
de dikke Mamma door een trombone verleent haar een carnavaleske
allure. De acteur Porgy Franssen tekent voor een fris debuut
als operaregisseur. De operazangers varen wel bij zijn acteurservaring.
Hij laat Mamma opkomen met rollator, en rolt haar tenslotte
eigenhandig weer de scène uit als 'de Schouwburgdirecteur',
die de voorstelling afgelast, en die zich tot slot wanhopig
een pistool aan het hoofd zet. Trionfo, Domestica en de dirigent
Wim Steinmann hoeven hier geen voorbeeld aan te nemen: hun
verrichtingen in het operavak zijn uiterst levensvatbaar."
de Volkskrant, Huib Ramaer, 14 oktober 2005
"In de literatuur wordt wel gezegd dat een vertaling
goed is als je niet meer kunt lezen dat de tekst ooit in een
andere taal heeft gestaan. Als alle zinnen in de doeltaal
lopen alsof ze er oorspronkelijk in verzonnen zijn als uitdrukkingen,
zinswendingen en woordgrappen vanzelfsprekend lijken. Bart
Visman is (behalve zelf componist) zo'n vertaler in muziek.
Al eerder bewerkte hij Les mamelles de Tirésias van
Poulenc voor Opera Trionfo succesvol naar een kleinere instrumentale
bezetting. [...] Oorspronkelijk componeerde Donizetti het
werk voor zangers en orkest, maar Visman bracht het instrumentarium
terug tot dertien man. Van elke orkestgroep bleef er eentje
over in de nieuwe versie. Die radicale verkleining hield Donizetti's
muziek licht waar dat moest, zorgde ervoor dat melodielijnen
in de bak net zo lyrisch solistisch klonken als op het podium,
en had toch genoeg volume en bijtende spot. Het klonk allemaal
erg natuurlijk, contrastrijk en authentiek, alsof Viva la
Mamma nooit anders geïnstrumenteerd was geweest. Chapeau!
Ook voor de musici van Domestica Rotterdam, die lekker ronkten
onder Wim Steinmann. Dezelfde frisheid vond je ook in de geslaagde
regie van de muzikale acteur/regisseur Porgy Franssen. Viva
la Mamma is Franssens operadebuut, waarin hij zelf ook nog
een bescheiden (voornamelijk zwijgende) rol speelt als theaterdirecteur.
Zelden het publiek zo onbedaarlijk horen lachen bij een opera
als woensdagavond. Natuurlijk is het verhaal (een parodie
op het operabedrijf en zijn over het paard getilde sterretjes)
al hilarisch: door de onmogelijke eisen van de zangers verbouwen
componist en librettist hun oorspronkelijke opera tot poldermodel.
Met een bijzondere rol voor een Italiaanse über-mamma,
die vindt dat haar dochter koste wat kost een duet moet krijgen
met de prima donna. Die uit de kluiten gewassen moeder (ook
nog Agata genaamd) bedacht Donizetti voor een buffa-bas, een
travestierol die Pieter Hendriks kostelijk acterend en zingend
voor zijn rekening nam. Alles klopte en was tot het uiterste
doorgevoerd: Agata's hele fysieke verschijning, de zware stem,
het expres vals zingen, het onafscheidelijke handtasje dat
zelfs op het schavot (van de opera in de opera) nog mee moest.
Overal in de zaal piesten mensen in hun broek van het lachen
als Hendriks in beeld verscheen. Ook de andere rollen waren
mooi bezet door jonge zangers. Natalja Yakovleva was een overdonderend
zingend secreet van een prima donna, haar devote echtgenoot
Procolo werd heerlijk omhooggevallen gespeeld door Igor Bogaert,
en zo zou ik nog een tijdje door kunnen gaan. Franssen gaf
zijn zangers de ruimte, en de geniale kleine vondsten maakten
de buitelende enscenering tijdloos en misschien daardoor wel
zo herkenbaar en eerlijk. Heerlijk."
Trouw, Anthony Fiumara,14 oktober 2005
"Met
Viva la Mamma maakt Opera Trionfo [...] een glorieuze rentree
in het kleinere zalen-circuit. In een ideale situatie is kleinschalige
opera een 'trionfo' van grote effecten met minieme middelen.
Dat is precies wat deze dijenkletsige Donizetti - het debuut
van acteur Porgy Franssen als operaregisseur - biedt. De orkestpartituur
is door meesterbewerker Bart Visman even economisch als effectvol
uitgedund tot dertien partijen. Het uitstekende kamerorkest
Domestica Rotterdam, samengesteld uit musici van het Rotterdams
Philharmonisch Orkest, klonk in het Haagse Lucent Danstheater
soms als een kleine fanfare, dan weer als een lyrisch strijkkwartet,
al naar gelang de handeling verlangde. [...] Maar de hoofdrol
is niet weggelegd voor de prima donna met haar sterallures,
maar voor de moeder van de 'seconda donna', een kenau van
kleerkastformaat die (dus) wordt gezongen door een bas-bariton.
[...] Regisseur Porgy Franssen houdt de grens tussen flitsend
en flauw echter knap in de hand, en laat de acht zangers de
ruimte zelf een eigen draai te geven aan de personages. Naast
sopranen Natalja Yakovleva (Daria) en Gonnie van Heugten en
vier (!) baritons van wie met name de nog niet eens afgestudeerde
Martijn Cornet (impresario) indruk maakt, is het bas Pieter
Hendriks die de voorstelling draagt als de onuitstaanbaar
bemoeizuchtige Mamma Agata een moeder aller kloeken die dan
ook kirrend met damestasje en al ten onder gaat. Maar ondanks
de flair van de zangers en de overtuigende, deels zelfs gezongen
rol van Franssen als theaterdirecteur openbaart de scherpste
humor van Viva la Mamma zich niet op het podium maar in de
orkestbak, waar Donizetti met valse noten, aanstellerige syncopen
en treiterende trillers de draak steekt met het genre opera
- en zichzelf."
NRC Handelsblad, Mischa Spel, 17 oktober 2005
^
boven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Duo
d'Amour
(Die schöne Galathée - L'île de Tulipatan)
Seizoen 2004-2005
Operette wordt modern theater
"De ouverture 'Die schöne Galathée' van Franz
von Suppé, die kent iedereen wel als een bruisend stukje
'muziek voor miljoenen'. Maar wat gebeurt daarna eigenlijk?
Het gezelschap Opera Trionfo geeft het antwoord met de nieuwe
aanstekelijke productie 'Duo d'amour', die donderdagavond
in de Haarlemse Toneelschuur zijn première beleefde.
'Duo d'amour' is het levende bewijs dat operette beslist geen
afgeschreven genre hoeft te zijn. De voorstelling, geschikt
voor kleine zalen, biedt als eigentijds muziektheater zelfs
twee echte pareltjes: 'l'Ile de Tulipatan' van Jacques Offenbach
en 'Die schöne Galathée' van Franz von Suppé.
[...] Alles bij elkaar bewijst Opera Trionfo alweer hoe er
met jonge, getalenteerde zangers volwassen voorstellingen
zijn te maken. Beide kameroperettes worden begeleid door een
verrassend bezet ensemble: piano, viool, cello, hoorn en klarinet.
Toch klinken ze samen vaak als een klein orkest. Vraag ze
voor een feestje en succes is verzekerd.
Haagsche Courant, 11 september 2004, Hans Visser
Vrolijke eenakters bij Opera Trionfo
"Opera Trionfo toont durf en visie, en biedt podiumervaring
aan veelbelovend operatalent in een jaarlijkse reisproductie.'
Het zijn geen loze kreten waarmee Jeanne Companjen haar initiatief
afficheert. Het Nederlandse operalandschap is onmiskenbaar
verrijkt door de kleinschalige muziektheaterproducties van
Opera Trionfo. Nu reist het jonge gezelschap door het land
met twee smakelijke eenakters die samen de dubbelvoorstelling
'Duo d'amour' vormen [...]. De regisseur David Prins en vormgever
Fer Smidt weten de contrasten tussen de twee werken smaakvol
te benadrukken. L'Ile de Tulipatan is uitgedost met een zee
van kleuren. Tegenover dit sprookje staat de droom van Die
schone Galathee, vormgegeven in zwart-wit. Er wordt komisch
geacteerd, zonder al te hinderlijke bekkentrekkerij. Het mooiste
nummer is wel de bariton Simon Christie in de rol van Mydas.
Boventiteling maakt de voorstelling geschikt voor het hele
gezin. Paul Prenen bewerkte de orkestpartituren voor [...]
een salonbezetting [...] waarin de belangrijkste romantische
klankkleuren zijn bewaard."
De Telegraaf, 07 oktober 2004, Thiemo Wind
Gelach en open doekjes bij Suppé
"We genieten van Simon Christie in zijn patserige rol
van de joodse kunstkoper Mydas. Van de schitterende zang en
het levendig acteren van Mijke Sekhuis als Galathee en Valerie
Friesen als Ganymed. Zij vinden elkaar in het meesterlijke
duet Küsse mich. Er wordt gelachen in de zaal en de opendoekjes
zijn niet van de lucht. Muzikaal leider Paul Prenen, die de
orkestpartituur van beide eenakters heel kundig voor vijf
muzikanten heeft gereduceerd, volgt vanachter de vleugel de
zangers op de voet. De enscenering is weliswaar low-budget,
maar voldoet in alle eenvoud. De metamorfose die Galathee
ondergaat van onbeweeglijk beeld naar een mens van vlees en
bloed ziet er slim uit. Aan de fraaie kostuums is veel werk
besteed. Trionfo moet beslist blijven bestaan."
Haarlems Dagblad, 9 september 2004, Albert
Brüggen Double
Bill
"Dit jaar moet Opera Trionfo het doen met een crisisbudget,
maar ook de kluchtige double bill met Offenbachs eenakter
L'Ile de Tulipatan en Von Suppés minioperette Die schöne
Galathee onderstrepen het bestaansrecht van Opera Trionfo
door de overgave van de zeer jonge zangers. Minimale middelen
vormen de basis van deze avondvullende voorstelling, maar
regisseur David Prins en vormgever Fer Smidt zijn daarmee
maximaal inventief mee omgesprongen. L'Ile de Tulipatan (...)
wordt gedragen door het komische talent van de Twentse tenor
Sebastian Brouwer. Brouwers robuuste gestalte voegt een visuele
dimensie toe aan de rol van prinses Hermosa, die scheldend,
vloekend en jagend het suffe hofleven opschrikt. [...] Vocaal
zijn de rollen in Die schöne Galathee [...] omgekeerd,
en trekken vooral mezzosopraan Valerie Friesen (Ganymed) en
sopraan Mijke Sekhuis (Galathee) de aandacht door zang en
spel. Bijzonder fraai is de manier waarop Galathee hier letterlijk
van marmer tot mens wordt. [...] Instrumentaal worden de uitstekende
arrangementen van de robuust begeleidende pianist Paul Prenen
enthousiast gespeeld door een ensemble van conservatoriumstudenten
en pas afgestudeerden."
NRC Handelsblad,1 oktober 2004, Mischa Spel
Memorabel
"L'Ile de Tulipatan [...] wordt memorabel door tenor
Sebastian Brouwer, die een als meisje opgevoede jongen speelt,
maar wiens ware aard uit heel zijn wezen blijkt. Brouwer heeft
een grote en brede stem, en vooral het contrast tussen de
door hem gezongen martialiteit en het lieve meisje dat hij
moet voorstellen, amuseert. [...] [Die schöne Galathee]:
Het orkestje laat er van meet af aan geen twijfel over bestaan:
het gaat hier om charmeren en koketteren en dat spat er ook
van af. De glansrollen zijn weggelegd voor sopraan Mijke Sekhuis
en mezzo Valerie Friesen, maar ook Simon Christie als vieze
man zorgt voor mooie momenten. Mijke Sekhuis' ontwaken [...]
en razendsnelle metamorfose van snoezig popje in geraffineerde
ijdeltuit die direct de mannen gaat bespelen, is van grote
klasse. In de vele coloraturen verlustigt ze zich overtuigend,
ze bloeit als het ware open door haar eigen stem. Valerie
Friesen speelt een boerenslimme bediende, en zij stelt zich
knap voor in Wir Griechen. Maar het mooist zijn de dames samen.
In het heerlijk dronken-drellerige Trinklied, maar vooral
in het verrukkelijk uitgesponnen verleidingsduet, als werkelijk
alles, poezelige stemmen, zalige melodieën en een meeslepend
orkestje, op zijn plaats blijkt."
Leidsch Dagblad, 27 september 2004, Susanne
Lammerts
^
boven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De
Roep van de Kinkhoorn
Seizoen 2003-2004
Kinderopera schitterend familie-uitje
"... een perfect muzieksprookje, waarin taal en toon
ongedwongen met elkaar rijmen, waarin alle zangers gelegenheid
krijgen te schitteren en waarin klassieke, ja mythische gegevens
op een nieuwe manier met elkaar gecombineerd worden."
"Visman heeft dit gegeven opgeluisterd met aanstekelijke,
meezingbare muziek, met recitatieven, aria's en schilderachtige
effecten, waarin ook nog ruimte is voor zowel dwarse als ontroerende
noten. Bijzonder geslaagd is zijn uitwerking van de vier winden,
die uitgedost zijn als Eskimo, Oosterse courtisane, Spaanse
schone en cowboy, en dan ook nog bijpassende muziek krijgen.
De zangersploeg (...) zingt en acteert met grote overgave
en een perfect gevoel voor de verschillende stijlen die Visman
hanteert. In de orkestbak zetelt het eveneens jonge Muziekcollectief
dat (...) de kleurenpracht van de muziek alle eer aandoet.
Ook het oog komt niet te kort in de bonte enscenering van
Machteld van Bronkhorst en ontwerper Fer Smidt, die met veelal
simpele middelen bekorende diepzeescenes, een schipbreuk en
oud-vaderlandse schippersstranden visualiseren. De Roep van
de Kinkhoorn is daarmee niet alleen een schitterend familie-uitje
voor de decemberdagen, maar ook een voorstelling die het verdient
repertoire te houden, al was het alleen maar als voorbeeld
voor componisten en librettisten van grote-mensen-opera's."
De Volkskrant
Leuke kinderopera
"De verwikkelingen zijn fantasievol en komisch uitgebeeld,
vooral de Hawaii-scène en het vissenkoor. Zo liep de
wereldpremière van De Roep van de Kinkhoorn gisteravond
uit op een door kinderen, ouders en grootouders enthousiast
ontvangen succes. (...) Er wordt heel aardig gezongen, zoals
door Maaike Poorthuis (Maaike) en Marike Verbeek (Oostenwind),
die ook nog kan buikdansen."
NRC Handelsblad
Een wervelende opera voor een jong publiek
"De aandacht voor jonge luisteraars blijft moeiteloos
twee keer drie kwartier gevangen. Biegel - in de pauze bestormd
door jeugdige handtekeningenjagers en na afloop luid toegejuicht
- heeft zijn libretto volgestopt met knipogen die ook voor
een ouder publiek leuk zijn. Visman schreef een echte opera
met heuse aria's en ensembles. Zijn kameleontische partituur
- waarin Poulenc en Mozart, aanstekelijke dansmuziek en mooie
melodieen samenvloeien - is even toegankelijk als kleurrijk
geïnstrumenteerd. Het Muziekcollectief onder leiding
van Benoit Debrock wist er wel raad mee.
En, niet onbelangrijk, Visman verstaat de kunst van het schrijven
voor zangers. De enscenering is even sprookjesachtig als simpel.
De pier waarop Maaike naar haar vader uitkijkt, verandert
in een handomdraai in een piratenschip. Een visnet en een
duikbril zijn genoeg om ons onder de zeespiegel te wanen."
Haagsche Courant
De Roep van de Kinkhoorn hartverwarmend
"Met eenvoudige middelen grootse effecten sorteren, daar
is Opera Trionfo goed in. De Roep van de Kinkhoorn heeft een
heldere verhaallijn, ongecompliceerde melodieen en direct
aansprekende, kleurrijke decors. Het sprookje [...] is ook
voor een kind van acht goed te volgen en na te voelen [...].
[...] schitterend vormgegeven onderwaterscène [...].
Op de tekst "Ga weg!" mag de sopraan Maaike Poorthuis
haar virtuositeit loslaten. En die is bepaald niet kinderachtig.
Poorthuis heeft een krachtige, lyrische stem waarmee zij ook
voor het volwassen repertoire uitstekend is toegerust. Met
de weelderige basbariton van Marc Pantus is de rol van de
vader eveneens goed bezet. Het Muziekcollectief o.l.v. Benoit
Debrock [...] groeide in de loop van de avond uit tot een
hecht ensemble. Met De Roep van de Kinkhoorn zet Opera Trionfo
een hartverwarmende productie op de planken."
Telegraaf
"Opera Trionfo zong niet eerder voor een kinderpubliek,
maar het is te hopen dat 'De Roep van de Kinkhoorn' het begin
is van een lange reeks. (...) Paul Biegel schreef een poëtisch
voor Opera Trionfo, met grappige teksten die de spijker op
de kop slaan. (...) De enscenering is net als het libretto
glashelder en laat een mooi gevoel voor symboliek zien. (...)
De composities van Bart Visman laten melodische aria's en
duetten en recitatieven vol muzikale actie horen. 'De Roep
van de Kinkhoorn' is een zogeheten 'nummeropera' vol levendige
en energieke muzieknummers, die je in stilte op je stoel doen
meezingen. (...) Het is een warm, muzikaal bad dat de oren
van jong en oud warm doet lopen voor operamuziek."
Trouw
"Speciaal voor het Concertgebouw, dat afgelopen zaterdag
tot tweemaal toe goed gevuld zat met een kinderrijk publiek,
werd een semi-scenische opvoering ontwikkeld die een groot
beroep deed op de verbeelding en die misschien wel daardoor
effectief werkte. Met de keuze voor Bart Visman heeft Opera
Trionfo een meesterzet gedaan. Op kunstige wijze koppelt hij
eclecticisme aan een hoogstpersoonlijk geluid, herkenbaar
aan tintelende instrumentaties, een grote vaart en pretentieloze
lol. (...) Een buikdansende Marike Verbeek (Oostenwind) strooide
als een verleidelijke Sjeherazade haar oriëntaalse coloraturen
in het rond en bereikte daarbij ongekende hoge noten."
Parool "Biegels
rijmende tekst is ritmisch, ligt goed in het gehoor en is
heel direct (...). De acht jonge solisten en het koor laten
bij een levendige actie pittige zang horen. (...) De musical-achtige
muziek van Bart Visman geeft de wisselende stemmingen van
het verhaal plastisch in noten weer. (...) De voorstelling
valt bij de jeugd zo goed in de smaak dat Trionfo beslist
door moet gaan met ook dit publiek als doelgroep te beschouwen."
Haarlems Dagblad
"De 'Kinkhoorn' is een kloek stuk repertoire, dat van
begin tot eind je aandacht vasthoudt. Expressief georkestreerd,
inventief geregisseerd, gloedvol geacteerd. (...) Vissersdochter
Maaike [is] een glansrol van een jeugdig klinkende Maaike
Poorthuis (...). (...) een Oostenwind in haremkostuum (Marike
Verbeek) put zich al buikdansend uit in virtuoze coloraturen.
(...) elegante vondsten van decorontwerper Fer Smidt."
Zwolse Courant
^
boven
|
|
|
|
|
|
|
Les
Mamelles de Tirésias
Seizoen 2001-2002
GEK, GOED EN VERRUKKELIJK
"Poulencs opera is gek, goed en verrukkelijk. Je kunt
er geen touw aan vastknopen, maar alleen al door het pure
plezier heb je een heerlijke avond. Alles aan deze opera is
grandioos. Wat deze opera verder zo ongelooflijk goed maakt
is de regie van David Prins. Met zijn geweldige vindingrijkheid
en muzikaliteit, aangevuld met het fantastische decor van
Vincent Sturkenboom en de kostuums van Claudy Jongstra, maakt
Prins van Les Mamelles een feest. Hoe dan ook, ga dit zien!
Deze opera is een van de beste voorstellingen van de afgelopen
jaren."
Algemeen Dagblad, Doron Nagan
AANSTEKELIJK
"(...) een alleraardigste, aanstekelijke voorstelling
(...) Bart Visman maakte een bewerking op maat voor het vooral
uit blazers bestaande orkest, die maakt dat de muziek extra
feestelijk klinkt. Variété-muziek bijna, maar
wel heel geraffineerd. Renate Arends zingt mooi de rol van
Thérèse en Bernard Loonen straalt als de echtgenoot
een uit nood geboren dapperheid uit die komisch werkt. Dit
gezelschap doet op muziek van Poulenc wat Apollinaire met
deze licht-satirische revue over feminisme, overbevolking
en oorlog voor ogen stond: amuseren en interesse wekken."
Noordhollands Dagblad, Hans Visser
OPERA TRIONFO OVERTREFT ZICHZELF
"Opera Trionfo overtreft zichzelf theatraal en vooral
muzikaal met de uitbundige productie van Les Mamelles de Tirésias.
Renate Arends is in de titelrol een van de sterkste troeven
van de voorstelling. De partituur is kundig uitgedund voor
het uitstekend spelende Nieuw Ensemble, dat door Ed Spanjaard
met liefde voor Poulencs idioom wordt gedirigeerd. Op het
podium geven de feestelijke regie van David Prins, de bonte
kostuums van Claudy Jongstra en de prima cast vaart aan wat
vanuit de orkestbak aan enthousiasme wordt gelanceerd."
NRC Handelsblad, Mischa Spel
VOORTREFFELIJK .. EEN GENOT
"(...) hartveroverende aria's (prachtig gezongen door
Renate Arends als Thérèse). De uitvoering was
in alle opzichten voortreffelijk (...). Sterk was het aandeel
van regisseur David Prins, decorontwerper Vincent Sturkenboom
en kostuumontwerpster Claudy Jongstra, die Poulencs kleurrijke,
geestige partituur voorzagen van een kleurrijk en vaak geestig
contrapunt. (...) Vocaal fundament (...) was zonder twijfel
tenor Bernard Loonen, die, gewapend met een grote komische
uitstraling, de rol van de echtgenoot tot een genot maakte
(...)."
Het Parool, Erik Voermans
SUBLIEME UITVOERING
"Opera Trionfo: Trionf der zotheid. (...) De dwaze aaneenschakeling
van surrealistische scènes wordt in deze voorstelling
bijeengehouden door een ijzersterke enscenering van David
Prins. (...) Opera Trionfo heet het gezelschap dat in een
coproductie met het Nieuw Ensemble en de Stadsschouwburg Haarlem
een meesterlijk uitgewerkte voorstelling neerzet. (...). Met
de sopraan Renate Arends en de tenor Bernard Loonen heeft
Opera Trionfo prima zangers in huis gehaald die zich bovendien
uitstekend op een podium kunnen bewegen. Ook de kleinere rollen
zijn verrassend goed bezet. De spetterend snelle regie van
David Prins sluit nauwkeurig aan bij de aanzienlijke fysieke
mogelijkheden van de cast. (...) In de fantastische kostuums
van Claudy Jongstra en de suggestief vormgegeven decors van
Vincent Sturkenboom rollen, dollen en tollen de zangers door
de voorstelling (...). Bart Visman is er glansrijk in geslaagd
Poulencs instrumentatie uit te dunnen tot een fraaie zetting
voor een groot kamermuziekensemble. (...) Ed Spanjaard tekent
voor een sublieme uitvoering (...). De musici van het Nieuw
Ensemble geeft hij alle ruimte voor de symfonische èn
de kamermuzikale kant van Poulencs grillige werk dat in deze
uitvoering komischer is dan menige cabaretvoorstelling."
De Telegraaf, Béla Luttmer
ZEER GESLAAGD
Voor de jonge stichting Opera Trionfo, die dit weekend Nederlands
zeer geslaagde eerste geënsceneerde opvoering verzorgde,
bleek Poulencs latent gebleven meesterwerkje gefundenes Fressen.
Zeker met dirigent Ed Spanjaard en Poulenc-adept en componist
Bart Visman. Visman bewerkte de oorspronkelijke orkestversie
knap voor de zestien gedreven spelende musici van Spanjaards
Nieuw Ensemble. Zo'n reductie is met Poulencs veelkleurige
idioom een moeilijke klus, die Visman echter geheel in de
geest van de componist klaarde. (...) een heerlijk zingende
Renate Arends (...) Tenor Bernard Loonen kon veruit het beste
overweg met Apollinaires rondtollende taalgrappen. Met zijn
komische spel wekte hij de indruk zelfs nog een tandje sneller
te kunnen. Binnen de uitstekende zangers-cast viel ook Mattijs
van de Woerd op door zijn boeiende zang- en acteerprestaties.
Het eenvoudige oorlogs- en liefdesrode decor, de sober-dadaïstische
kleding en de accurate regie van David Prins verhieven het
absurdisme terecht tot serieuze zaak. Humor als bespiegeling,
al klinkt dat alsof je de voorstelling met uitgestreken gezicht
zou uitzitten. Het tegendeel was waar.
Trouw, Anthony Fiumara
STRALENDE SOPRAAN RENATE ARENDS
Het was een in alle opzichten geslaagde voorstelling. Wat
de solisten, bijna allemaal Nederlanders met een opvallend
goede Franse uitspraak, zingend en acterend wisten neer te
zetten was zonder uitzondering van uitstekend niveau. Tenor
Bernard Loonen en bariton Mattijs van de Woerd waren overtuigend
(...), aan de zijde van de stralende sopraan Renate Arends
in de titelrol. Het koor had zich vooraf al vocaal bewezen
in Poulencs lastige a cappella cantate Un soir de Neige (...).
Dirigent Ed Spanjaard en het Nieuw Ensemble beleefden hoorbaar
plezier aan Poulencs geraffineerde theatermuziek, mede dankzij
de uiterst adequate herinstrumentatie van componist Bart Visman.
De eenvoudige maar doeltreffende belichting en decors, (...)
de indrukwekkende vilten kostuums van Claudy Jongstra en de
vlotte, goed getimede en humorvolle regie van David Prins
maakten het succes compleet.
de Volkskrant, Jaco Mijnheer
^
boven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Così
fan tutte
Seizoen 2001-2002
"Zo
horen en zien we Mozart graag"
In al haar eenvoud is de Così fan tutte van Opera Trionfo
een sympathieke, aantrekkelijke, soms hartveroverende productie.
(...) Niets wordt overdreven aangezet, alles geeft blijk van
een weloverwogen, gevoelige benadering van dit in het verleden
vaak zo slecht begrepen meesterwerk. Daarbij valt ook veel
goeds te zeggen over de manier waarop de zangers zich hun
rollen theatraal en muzikaal eigen hebben gemaakt. (...) Vincent
de Kort. Een dirigent trouwens bij wie we niet snel in slaap
zullen vallen: levendig, pakkend, maar waar nodig ook ruimte
scheppend voor een gevoelige melodische lijn. Zo willen we
Mozart graag horen."
Haagsche Courant, 9 maart 2000
"Tintelende première voor Opera Trionfo"
"Binnen een statisch, maar adekwaat decor, brachten zes
fenomenale vocalisten kwaliteit. De talrijke karakteriseringen
en gemoedstoestanden werden sprankelend getroffen. In smachtende
duetten en geestige terzetten kon het publiek volop meeleven
met de tegenstrijdige gevoelens van de geliefden. Daarbij
was een glansrol weggelegd voor filosoof Don Alfonso (Jan
Carpentier), die genoegzaam in zijn vuistje lachend als een
constante factor aanwezig was. De dames Fiordiligi (Esther
Beima) en Dorabella (Ineke Vlogtman) kropen tadelloos in hun
rol. Waar zij zongen over de ware liefde, voelde je de tintelingen
overspringen. (...) En dan kamermeisje Despina (Machteld Vennevertloo),
die ongewild een belangrijke rol speelde in het complot: eveneens
een prachtstem en eersteklas act. Bijzonder was ook de kostumering.
Aanvankelijk kreeg het publiek wat het verwachtte. Maar hoe
absurder de handeling, des te baloriger de kleding. Zo leken
de beide Albanezen een kruising van Elvis Presley en Zorro.
In de 2e akte vervaagden de grenzen tussen 17e eeuws en eigentijds.
Daarnaast was er de orkestbegeleiding, met veel instrumentale
toppers. (...) voor het continuo (Jaap Dieleman), dat in de
verhalende passage de gevoelsdynamiek van de handeling haarfijn
aanvoelde en versterkte. Een bijzonder première, deze
productie van Opera Trionfo, die zowel kon bekoren, ontspannen
als bezielen."
Zwolsche Courant, 8 maart 2000
"Tijdens de première in Zwolle dwongen de zes
zangers om wie Così draait, allen respect af (...).
Sopraan Machteld Vennevertloo bezette de rol van het doortrapte
dienstertje Despina met veel vocaal en theatraal inlevingsvermogen
(...). Ook sopraan Esther Beima blijkt goed getypecast als
de wat bedeesde Fiordiligi. Zij kwijt zich met een fraai middenregister
van haar aria Per Pièta in de tweede akte en ontroert
in de duetten met Dorabella, welke rol in mezzo Ineke Vlogtman
met veelbelovend warm en rekbaar timbre gestalte krijgt. In
deze Così is het vooral de inbreng van Vlogtman en
bas Robbert Muuse (Guglielmo) die het vocaal niveau van de
voorstelling op een hoger plan tilt. Muuse brengt Guglielmo's
cynische aria omtrent de trouweloosheid van de vrouw (Donne
mie, la fate e tanto) met een ruimte en souplesse (...)
NRC Handelsblad,11 maart 2000
^
boven |
|
|
|
|
|
|
|
|